Een gepensioneerde ontdekt in maart 2024 dat de Federale Pensioendienst (FPD) zijn pensioen als alleenstaande vanaf de maand volgend op zijn huwelijk in 24 oktober 2022 niet heeft omgezet naar een gezinspensioen. Zijn echtgenote heeft immers geen enkel inkomen. Hij dient dan ook in maart 2024 hiervoor een pensioenaanvraag in.
De Federale pensioendienst (FPD) zet zijn pensioen als alleenstaande vanaf de maand volgend op zijn aanvraag (1 april 2024) om naar een gezinspensioen. Doch betrokkene meent het gezinspensioen met terugwerkende kracht te moeten krijgen vanaf de maand volgend op zijn huwelijk. Hij doet hierover zijn beklag bij de FPD. De FPD weigert het gezinspensioen met terugwerkende kracht toe te kennen. Hij contacteert de Ombudsman Pensioenen.
De Ombudsman Pensioenen stelt in de wetgeving vast dat de FPD verplicht is om in het geval van een huwelijk automatisch te onderzoeken of vanaf de maand volgend op de inschrijving van het huwelijk in de Registers van de burgerlijke stand er een gezinspensioen kan toegekend worden. De Ombudsman Pensioenen vraagt naar aanleiding van het indienen van de klacht toegang tot zijn digitale pensioendossier: deze digitale toegang maakt dat de klager geen documenten moet overmaken aan de Ombudsman Pensioenen. De Ombudsman stelt vast dat door een menselijke fout van de dossierbeheerder de door de computer aangemaakte opdracht naar het onderzoek op een gezinspensioen zonder onderzoek werd afgesloten. De Ombudsman Pensioenen vraagt aan de FPD het gezinspensioen met terugwerkende kracht toe te kennen vanaf 1 november 2022.
De FPD geeft snel een positief gevolg aan deze vraag. Reeds vier dagen na de vraag van de Ombudsman Pensioenen heeft de FPD betrokkene een nieuwe beslissing gestuurd waarin de toekenning van het gezinspensioen vanaf 1 november 2022 bevestigd wordt. De pensioendienst betaalt ook de achterstallen van 7.335,30 euro netto uit.
Ombudsman.be, het Belgisch netwerk van de ombudsmannen organiseert een webinar voor maatschappelijk assistenten van gemeenten, OCMW's en lokale verenigingen. Het webinar vindt plaats op donderdag 10 oktober 2024, de internationale dag van de ombudsman.
Een probleem met een bank, een energieleverancier, een telecomoperator, een overheidsdienst, een pensioen, een uitkering, een verzekering, de belastingen, … Het zijn situaties waar de personen die naar een maatschappelijk assistent stappen, af en toe mee te maken hebben. Krijgen ze het probleem niet opgelost met de dienst zelf, dan is er altijd een ombudsman die kan helpen.
Tijdens het webinar op 10 oktober geven we meer informatie over hoe we werken en hoe je ons kan bereiken.
Deelname is gratis
Wanneer:
donderdag 10 oktober 2024 van 11u tot 12u (in het Nederlans)
donderdag 10 oktober 2024 van 13u tot 14u (in het Frans)
Inschrijven:
Het webinar wordt opgenomen. We zullen de link later nog op deze pagina plaatsen.
In zijn Jaarverslag 2023 pleitte de Ombudsman Pensioenen ervoor het onderzoek naar de overgangsuitkering voor jonge weduwen en weduwenaars die reeds één jaar gehuwd waren op het moment van het overlijden van hun huwelijkspartner automatisch op te starten.
Minister van Pensioen, mevrouw Lalieux, antwoordde op verschillende parlementaire vragen gesteld naar aanleiding van de oproep van de Ombudsman Pensioenen in de Kamer: “De Federale Pensioendienst werkt nu aan een project om het recht op een overgangsuitkering te automatiseren. Dit project moet voor eind 2024 geïmplementeerd zijn. De Federale Pensioendienst zal ook een jaar teruggaan met terugwerkende kracht om te controleren of er geen mensen zijn die de overgangsuitkering vergeten zijn aan te vragen. Dit om een non-take up tegen te gaan. De de overgangsuitkering moet immers binnen de twaalf maanden aangevraagd worden.”
Weet u wat een overgangsuitkering is en wanneer u deze kan krijgen? De Ombudsman Pensioenen ijvert voor grote bekendheid van de overgangsuitkering en het automatisch opstarten van het onderzoek van de overgangsuitkering
In heel veel gevallen worden de pensioenrechten automatisch onderzocht door de pensioendiensten. Maar de Ombudsman Pensioenen meent dat er in nog meer gevallen een automatisch onderzoek mogelijk is. Hij denkt hierbij aan het periodiek automatisch onderzoek naar de rechten op een Inkomensgarantie voor Ouderen of het in alle gevallen automatisch onderzoeken van de rechten op een pensioen als uit de echt gescheiden echtgenoot voor wie reeds gepensioneerd is.
In het bijzonder wijst de Ombudsman Pensioenen op de wenselijkheid voor het automatisch opstarten van het onderzoek of men een overgangsuitkering kan krijgen.
Zo ontving de Ombudsman Pensioenen in 2023 klachten van jonge weduwes en weduwenaars die te laat te weten kwamen dat er een tijdelijke overgangsuitkering bestaat en dat deze, behalve wanneer de overledene reeds gepensioneerd was, moet aangevraagd worden.
Wie in 2024, op het moment van het overlijden van de huwelijkspartner, jonger is dan 49 jaar en 6 maanden en zijn huwelijkspartner met wie hij één jaar gehuwd was verliest kan deze uitkering krijgen. Indien de aaneensluitende periode van wettelijke samenwoonst en huwelijk minstens 1 jaar bedraagt, komt men eveneens in aanmerking. Deze tijdelijke uitkering is bedoeld om weduwen of weduwenaars budgettaire ademruimte te geven tijdens de moeilijke periode na overlijden: het plotse inkomensverlies door het overlijden kan zo tijdelijk gedeeltelijk opgevangen worden.
De overgangsuitkering wordt berekend op basis van de loopbaan van de overledene. De overgangsuitkering bedraagt gemiddeld 1400 euro per maand.
De overgangsuitkering kan enkel met terugwerkende kracht vanaf de maand van overlijden verkregen worden indien de aanvraag binnen het jaar na het overlijden wordt ingediend.
Men heeft recht op een overgangsuitkering gedurende anderhalf jaar. Deze periode wordt verlengd tot 3 jaar wanneer men een kind ten laste heeft. De overgangsuitkering wordt verlengd tot 4 jaar wanneer het kind in het jaar van het overlijden nog geen 13 jaar was. Indien het kind erkend is als gehandicapt, bedraagt de periode eveneens 4 jaar.
In 2022 vroegen 150 mannen tegenover 731 vrouwen in België een overgangsuitkering aan. Uit deze cijfers blijkt dat er bij mannen een non take-up van de overgangsuitkering is. Er kan vermoed worden dat bij heel wat mannen ten onrechte het idee heerst dat men gedurende het genot van een overgangsuitkering zijn beroepsinkomsten dient te beperken (zoals dit het geval is bij een overlevingspensioen) waardoor ze de overgangsuitkering niet aanvragen.
Tijdens de overgangsuitkering mag men werken om alzo weduwen en weduwenaars aan te sporen actief te blijven of te worden op de arbeidsmarkt, of voor wie deeltijds werkt over te schakelen van een deeltijdse naar een voltijdse job teneinde het deel van het gezinsinkomen dat weggevallen is op te vullen. Ook mag men naast de overgangsuitkering ziekte- of werkloosheidsuitkeringen genieten. Het genot van een werkloosheidsuitkering tijdens de periode dat men de overgangsuitkering ontvangt biedt de mogelijkheid terug aansluiting te vinden op de arbeidsmarkt.
Bij mannen is er een duidelijke non-take-up. Doch ontving de Ombudsman Pensioenen ook klachten van vrouwen die aanspraak maken op de overgangsuitkering doch niet wisten dat deze dient aangevraagd te worden. Een dame die te laat te weten kwam dat er een overgangsuitkering bestaat en de aanvraag meer dan een jaar (met name 2 jaar) na het overlijden van haar echtgenoot indiende liep zo 40.032 euro mis.
Ook de politiek en de pensioendiensten zijn op de hoogte dat er een non take-up van de overgangsuitkering is.
De pensioendiensten hierin gesteund door de Minister van Pensioenen en de Minister voor Middenstand (die bevoegd is voor de zelfstandigenpensioenen) hebben in november 2022 een sensibiliseringscampagne gelanceerd over de overgangsuitkering. De campagne werd voornamelijk verspreid via begrafenisondernemers, notarissen en de sociale media. De Ombudsman Pensioenen was verheugd over dit initiatief en meent dat deze proactieve informatie aansluit bij de verwachtingen van de burgers.
Volgens de Ombudsman Pensioenen zou het in de strijd tegen de non take-up nuttig zijn om nog eens opnieuw zo’n campagne te voeren.
Verder meent de Ombudsman Pensioenen dat het nog beter zou zijn de wetgeving aan te passen zodat deze toelaat het onderzoek naar de overgangsuitkering automatisch op te starten wanneer dit mogelijk is op basis van de beschikbare informatie (overlijdensdatum, het gegeven of iemand een jaar gehuwd is, de loopbaangegevens van de overledene en het gegeven of iemand al dan niet veroordeeld is voor misdrijven tegenover de overledene). Ontbrekende gegevens kunnen alsnog opgevraagd worden.
TIP: jonger dan 49 jaar en 6 maanden in 2024 op het moment van het overlijden van uw echtgenoot, waarbij de aaneensluitende periode van wettelijke samenwoonst en huwelijk minstens 1 jaar bedraagt: vraag de overgangsuitkering binnen het jaar na overlijden aan.
TIP: werk je nog verder wanneer je een overgangsuitkering geniet, dan meld je best bij het sociaal secretariaat van jouw werkgever dat je ook een overgangsuitkering geniet: zo kan de bedrijfsvoorheffing op jouw loon correct berekend worden.
Gemengde loopbaan werknemer- ambtenaar: één vragenlijst
In het verleden stuurde de Federale Pensioendienst bij het onderzoek van de pensioenrechten, in het geval van een gemengde loopbaan werknemer en ambtenaar, vanuit elk stelsel een vragenlijst aan de betrokkene wanneer er nog gegevens ontbraken om het pensioen te berekenen. Het kon dan ook gebeuren dat een toekomstig gepensioneerde twee keer éénzelfde vraag moest beantwoorden Dit was omslachtig en verwarrend.
Reeds in het Jaarverslag 2011 opperde de Ombudsman Pensioenen in het kader van een administratieve vereenvoudiging één gemeenschappelijke vragenlijst te hanteren voor de verschillende pensioenstelsels. In juli 2023 bevestigde de FPD hierop in te gaan door voortaan te werken met één vragenlijst voor het werknemers- en ambtenarenstelsel samen.
Stijging van de klachten na de coronaperiode
In 2023 ontving de Ombudsdienst Pensioenen 1533 verzoeken. Dit is een stijging met 41% in vergelijking met 2022, het laatste jaar in de nasleep van de coronaperiode. Tijdens de coronaperiode heeft de Ombudsdienst Pensioenen immers opmerkelijk minder klachten ontvangen. Nu de coronaperiode voorbij is komt het thema pensioenen terug regelmatig in de pers aan bod. De Ombudsman Pensioenen stelt vast dat hierdoor de burgers weer meer getriggerd worden om zich te verdiepen in hun pensioen, met meer klachten tot gevolg.
41% van de door de Ombudsman Pensioenen behandelde klachten was gegrond. Op het coronajaar 2021 na, het laagste cijfer sinds de oprichting van de Ombudsdienst Pensioenen. Dit cijfer toont aan dat de pensioendiensten gemiddeld genomen zeer goed werk leveren.
Tussen die ongegronde klachten zaten heel wat klachten waarbij aan de burger diende uitgelegd te worden dat de informatie die ze her en der op het internet terugvinden verouderd was.
TIP voor de gepensioneerden:
De Ombudsman Pensioenen wijst de gepensioneerden erop dat op de website van de pensioendiensten de meest actuele pensioeninformatie te vinden is. Alle laatste nieuws over de pensioenhervorming is te vinden op www.pensioenhervorming.be.
Vaak een positief resultaat
De constructieve oplossingsgerichte ingesteldheid van de pensioendiensten op de bemiddelingsvoorstellen van de Ombudsman Pensioenen had tot resultaat dat de Ombudsman Pensioenen in 83% van de gegronde klachten een positief resultaat bekwam.
De top drie klachten in 2023:
1. Betwisting loopbaangegevens die in aanmerking genomen worden voor de berekening van het pensioen (bijvoorbeeld tewerkstellingsdagen die ontbreken)
2. Inkomensgarantie voor ouderen (wijze van het in aanmerking nemen van de bestaansmiddelen)
3. Loopvoorwaarde om vervroegd met pensioen te gaan (onvoldoende jaren om vervroegd met pensioen te gaan)
Wetgeving aangepast na aanbeveling door de Ombudsman Pensioenen: een klein aanvullend pensioen niet langer volledig opgesoupeerd door ziekte- en invaliditeitsbijdragen
De Ombudsman Pensioenen ontving regelmatig klachten van gepensioneerden die door het genot van een klein aanvullend pensioen (kapitaal dat hun werd uitbetaald bij pensionering) voortaan ziekte-en invaliditeitsbijdragen (ZIV-bijdragen) op hun wettelijk pensioen dienden te betalen. De bijdragen voor de ziekte- en invaliditeitsuitkering die ze op hun wettelijk pensioen moesten betalen bedroegen na verloop van tijd meer dan het kapitaal (aanvullend pensioen) dat ze ontvangen hadden. Wanneer deze gepensioneerden geen aanvullend pensioen zouden opgebouwd hebben, zouden deze gepensioneerden geen ZIV-bijdragen hebben moeten betalen daar ze onder het drempelbedrag (1958,60 euro voor een pensioen als alleenstaande - er wordt nagegaan of de som van het wettelijk en het aanvullend pensioen het drempelbedrag overschrijft) bleven.
Zo zouden om en bij 65.0000 gepensioneerden na 12,4 jaar meer moeten betalen aan ZIV-bijdragen dan het bedrag dat ze als aanvullend pensioen ontvangen hadden. Dit zou nefast zijn voor het vertrouwen in de aanvullende pensioenen. De Ombudsman Pensioenen stelde vast dat het aanvullend pensioen in dergelijke gevallen in plaats van een appeltje voor de dorst een appel met een wrange nasmaak was. De Ombudsman Pensioenen riep de wetgever op dit probleem aan te pakken.
De Minister van Pensioenen, mevrouw Lalieux, had oor voor dit probleem aangekaart door de Ombudsman Pensioenen. Mevrouw Lalieux loste dit probleem op door de wetgeving met ingang van 1 januari 2024 aan te passen. Voortaan duurt het dubbel zo lang alvorens het kapitaal van het aanvullend pensioen volledig opgesoupeerd wordt door de ZIV-bijdragen. Het komt nu nog zelden voor dat het volledig kapitaal opgesoupeerd wordt door ZIV-bijdragen. Deze nieuwe wetgeving wordt automatisch toegepast.
Probleem met uw pensioen?
Hebt u ook een probleem met uw wettelijk pensioen of bent u onzeker dat de pensioendienst uw pensioen wel correct berekend of uitbetaald heeft. Aarzel dan niet om contact op te nemen met de pensioendienst. Komt u er niet uit met de pensioendienst: de Ombudsman Pensioenen helpt u gratis verder. U kan een klacht indienen via klacht@ombudsmanpensioenen.be. Minder handig met de computer: een klacht indienen kan ook schriftelijk: Ombudsdienst Pensioenen, Simon Bolivarlaan 30 bus 5 te 1000 Brussel. Telefonisch is de Ombudsdienst Pensioenen in de voormiddag (9 tot 12 uur) bereikbaar op het nummer 02 274 19 80.
Volg ons op Facebook: Ombudsdienst Pensioenen
Interessante debatten met collega ombudsmannen over gezamenlijke projecten (ombudstour, memorandum), de verdediging van de principes van Venetië en consumerconnect.
De Ombudsman Pensioenen heeft een korte toelichting gegeven over zijn pleidooi voor het recht op vergissing.
In 2023 ontving de Ombudsman Pensioenen 1533 verzoeken. Het aantal is in vergelijking met 2022 met 41% gestegen is.
Sinds het begin van de coronacrisis in maart 2020 was het aantal klachten bij de Ombudsdienst Pensioenen sterk gedaald. Dit mag niet verwonderen daar tijdens de coronacrisis een aantal taken van de pensioendiensten on hold gezet werden: bijvoorbeeld de controle op het verblijf in België van Inkomensgarantie voor Ouderen-genieters (reizen naar het buitenland was immers niet mogelijk). Ook hebben de pensioendiensten gedurende de coronacrisis geen grote aanpassingen aan hun computerprogramma’s doorgevoerd waardoor het risico op kinderziektes nul was. De coronacrisis was absoluut ook niet het moment om een pensioenhervorming door te voeren.
Nu de coronaperiode volledig achter de rug is zien we dat het aantal dossiers bij de Ombudsdienst Pensioenen terug gestegen is tot het niveau van voor de coronacrisis. Meer nog zelfs, het aantal is nog wat hoger dan het gemiddelde van voor de coronacrisis.
41% van de klachten was in 2023 gegrond. Dit cijfer toont aan dat de pensioendiensten gemiddeld genomen zeer goed werk leveren. De Ombudsman Pensioenen hield zich in 2023 wel veelvuldig bezig met het uitleggen aan gepensioneerden dat de informatie bekomen op andere plaatsen dan bij de pensioendiensten foutief was. Het betreft onder andere verouderde pensioeninformatie die nog her en der op het internet te vinden is.
Het volledige Jaarverslag 2023 wordt verwacht einde maart.
De Ombudsman Pensioenen ontving met regelmaat klachten van gepensioneerden met een klein kapitaal (aanvullend pensioen) die na verloop van tijd meer ziekte-en invaliditeitsbijdragen (ZIV-bijdragen) dienden te betalen op hun pensioen dan het bedrag van het kapitaal dat ze ontvingen.
Wanneer deze gepensioneerden enkel hun wettelijk pensioen zouden ontvangen hebben (en dus geen aanvullend pensioenkapitaal), zouden deze gepensioneerden geen ZIV-bijdragen hebben moeten betalen daar ze onder het drempelbedrag bleven.
Zo zouden om en bij 65.0000 gepensioneerden na 12,4 jaar meer moeten betalen aan ZIV-bijdragen dan het bedrag dat ze als aanvullend pensioen ontvangen hadden. Dit is nefast voor het vertrouwen in de aanvullende pensioenen.
De Ombudsman Pensioenen stelde vast dat het aanvullend pensioen in dergelijke gevallen in plaats van een appeltje voor de dorst een appel met een wrange nasmaak was. De Ombudsman Pensioenen riep de wetgever op dit probleem aan te pakken. De bespreking van deze problematiek vindt u in het Jaarverslag 2019 p. 145.
De Minister van Pensioenen had oor voor dit probleem aangekaart door de Ombudsman Pensioenen. Mevrouw Lalieux paste met ingang van 1 januari 2024 de wetgeving aan. Voortaan zal het minstens dubbel zo lang duren alvorens het kapitaal van het aanvullend pensioen volledig opgesoupeerd wordt door de ZIV-bijdragen. Deze nieuwe wetgeving wordt automatisch toegepast.
Meer info op werkenvoor.be